Apedansen

Toen Jagran en ik onze relatie begonnen waren wij al rond de vijftig. En zo hadden wij ook een aardig gevuld rugzakje uit het verleden bij ons. Wij wisten weinig van elkaar en er was veel te vertellen.

Een leuke en rustige plek hier voor vonden wij in het Grand café de Apedans in Groningen.
Telkens als wij daar neerstreken, bestelden wij koffie met een Grand-Marnier, verrijkt met een schoteltje lichte en donkere chocolade koffieboontjes. Het werd een waar ritueel.

Ik wist nooit precies waar ik over zou gaan praten. Ik begon gewoon maar......
We hadden stevig oogcontact (we waren immers verliefd!). Onze handen hielden elkaar vast met daar binnen onze koffie, onze Grand-Marnier en onze boontjes.
Jagran luisterde, stelde af en toe een vraag, viel me niet in de rede en pikte de lichte boontjes uit het schoteltje en ik de donkere. Ook als ik stil was, bleef Jagran luisteren. Ik kreeg alle aandacht.

Daarna ging Jagran vertellen en luisterde ik, stelde af en toe mijn vragen en viel hem niet in de rede. We snoepten boontjes, dronken koffie en Grand-Marnier.

Al snel kwam het woord Apedansen in onze vocabulaire. Als één van ons wilde praten, over welk onderwerp dan ook, dan was de vraag: Zullen wij gaan Apedansen?

Toen gingen wij samenwonen. De behoefte om te Apedansen bleef. Het eetcafé werd onze eettafel. De Grand-Marnier verdween van het toneel. De koffie en de boontjes bleven deel van het ritueel. En terwijl Jagran nog steeds de lichte boontjes uit het schoteltje pikt, en ik de donkere, drinken wij koffie, kijken wij elkaar in de ogen en houden wij (meestal) elkaars handen vast, om dan ook de meest moeilijke onderwerpen aan te snijden.
Wij luisteren naar elkaar, stellen onze vragen en vallen elkaar niet in de rede. En zo Apedansen wij nu zestien jaar.

Nirad